De Noordelijke Biechtstoel

Biechtstoel

Anne Hilde Blanken

In de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming te Zwolle zijn twee biechtstoelen aanwezig. De negentiende-eeuwse biechtstoelen zijn rijkelijk gedecoreerd met verschillende houtsnijwerken. Hoewel de biechtstoelen gemaakt zijn voor plaatsing in de zijbeuken die aanwezig waren ten tijde van de vervaardiging, staan ze sinds de sluiting van deze zijbeuken elk tegen een wand van het schip aan. In de analyse van de vorm en afbeeldingen zal alleen op de noordelijke biechtstoel gefocust worden.

Herkomst

Door het groeiende aantal katholieken in Zwolle, werd de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming vanaf 1870 gerestaureerd en uitgebreid.[1] Zijbeuken werden aangelegd, evenals lokalen voor catechismus en koorscholing. Friedrich Wilhelm Mengelberg was een van de uitgekozen personen die een belangrijke rol speelde in de verbouwing van de kerk. Zijn atelier kreeg de verantwoordelijkheid om het interieur van de kerk voort te brengen. De twee biechtstoelen maakten deel uit van een opdracht van drie stoelen van de kerk aan het atelier van Mengelberg. De drie zijn vervaardigd in het atelier in Utrecht in 1875.[2]

Het is zeer waarschijnlijk dat, hoewel Mengelberg zelf de verantwoordelijke was voor wat hij het totaalkunstwerk van het interieur noemde, kunstenaars uit zijn atelier het grootste gedeelte van de biechtstoelen geproduceerd hebben.[3] Het is bewezen dat dit het geval is voor de doopvont die aanwezig is in de kerk; de doopvont is ontworpen door Mengelberg, maar Gerard Brom maakte de deksel voor de doopvont in 1872.[4]

Geschiedenis Biechtstoelen in de Basiliek

Figuur 1 Situatie basiliek, 1875 in oranje aangeduid
Figuur 2 Huidige situatie, biechtstoelen in oranje aangeduid.

Sinds de vervaardiging van de biechtstoelen in 1875, zijn de twee biechtstoelen vrijwel altijd aanwezig geweest in de kerk. Samen met de stoel die op dit moment niet meer in de kerk te zien is, werden ze geplaats in de nieuwe zijbeuken (fig. 1). Hier stonden de stoelen met de deur voor de biechteling richting de westelijke hoofdingang, zodat met tijdens het biechten richting het altaar, richting God zijn of haar zonden uit kon spreken.

Tussen 1976 en 1981 werd de kerk opnieuw gerestaureerd. Hierbij werd besloten om het gebouw terug te brengen naar haar oorspronkelijke vorm. De zijbeuken waar de biechtstoelen stonden, verkeerden in slechte staat en werden afgebroken. Hierdoor moest er een nieuwe plek voor de biechtstoelen gezocht worden, en deze werd gevonden in het schip van de kerk (fig. 2). Wat opmerkelijk is, is dat de stoelen hier een andere oriëntatie kregen. In plaats van dat men vanaf de westelijke hoofdingang de biechtstoel in kan lopen, moet men nu eerst langs de biechtstoel lopen en vanuit oostelijke richting de stoel in lopen; de stoelen hadden ieder aan de andere kant van het schip moeten staan om de deur aan de westkant te hebben.

De reden dat men ervoor gekozen heeft om de biechtstoelen op deze manier neer te zetten in plaats van op de manier waarop ze in de oude situatie staan, is vrij praktisch. Als de stoelen met de ingangsdeur naar de westelijke richting zouden staan, komen de deuren achter de pilasters te staan, waardoor een gedeelte van de objecten verhuld wordt en de versieringen niet tot hun recht komen.

De nieuwe plaatsing van de biechtstoelen past nog steeds bij het idee van het weergeven van de voortgang van het leven in de kerk. Vlak na binnenkomst ziet men aan de noordelijke kant eerst de doopvont, waar tijdens het sacrament van de doop de erfzonde afgewassen wordt. Als men doorloopt komt men vanzelf de noordelijke biechtstoel tegen, en als men terugloopt naar de hoofdingang via de zuidelijke kant de zuidelijke biechtstoel. Tijdens het sacrament van boete en verzoening, de biecht, kan men zijn eigen zonden uit laten wissen. Omdat de aard van de mens geneigd is tot zonde, worstelt de mens met zondes, en kan hij of zij herhaaldelijk terugvallen op het sacrament voor verzoening. Uiteindelijk komt men bij het laatste gedeelte van het kerk, het reliek van Thomas a Kempis en de gedachtenis aan de overledenen van de gemeenschap van het kerkelijk jaar in de vorm van hangende kruisjes met de namen van de overledenen.

Een uitzondering van de aanwezigheid van de biechtstoelen in kerk is de restauratie periode van de stoelen in 2005. Restauratie was nodig, omdat de stoelen aangetast werden door houtworm, er krimpscheuren ontstonden en er nieuwe verlijming nodig was.[5]

De functie van de biechtstoelen in de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming is door de jaren heen veranderd. In de tijd dat ze vervaardigd zijn tot en met zeker na het Tweede Vaticaanse Oecumenisch Concilie werden de biechtstoelen zo goed als altijd gebruikt tijdens het biechten. De laatste jaren werd het echter gebruikelijker om één op één te biechten met de priester in de kerkbanken of op een andere plek. Toch wordt tot op de dag van vandaag nog steeds af en toe gebiecht in de stoelen. Men kan wel beargumenteren dat voor de meeste leden van de kerk de biechtstoelen tegenwoordig meer symbool staan voor het sacrament van de biecht, en de geschiedenis van de kerk.

De Biechtstoel: Vorm en Snijwerk

De biechtstoelen zijn, net als de rest van het interieur van Mengelberg, gemaakt in een neogotische stijl. Neogotiek, dat populair was in de negentiende eeuw, heeft zich laten inspireren door de middeleeuwse gotische bouwstijl. Kenmerken van zowel de gotiek als de neogotiek zijn spitsbogen, bogen die bovenin eindigen in een punt, pinakels en ornamentatie. De pinakels en ornamentatie zijn te zien in het uiterlijk van de biechtstoelen (fig. 3). Vanuit het aanzicht van fig. 3 is te zien dat de biechtstoelen, ook de andere die niet behandeld wordt, de vorm hebben van een gebouw met een puntdak. De ingang van de priester is naar ons toe gericht, het gedeelte voor de biechteling bevindt zich aan de rechterkant.

De biechtstoelen zijn rijkelijk gedecoreerd met voorstellingen gemaakt van houtsnijwerk. De noordelijke biechtstoel (zie fig. 3), waar ik mij alleen op zal richten, is gedecoreerd met zes verschillende scenes. In het dak staat een afbeelding van Jezus als de Goede Herder; Jezus is afgebeeld met een kruisvormig aureool en een lam om zijn nek. Deze afbeelding verwijst echter niet alleen naar Jezus als de Goede Herder (Johannes 10: 11), maar ook naar Lucas 15: 1-17, waarin Jezus vertelt over een herder met honderd schapen negen-en-negentig schapen achterlaat om één verdwaald schaap op te halen, en vol blijdschap met het schaap op de schouders terug komt. Volgens Jezus laat dit voorbeeld zien dat één zondaar die berouw laat zien meer vreugde in de hemel geeft als de negen-en-negentig anderen die geen berouw nodig hebben. Op deze zelfde ingang van de pastoor staan onder de twee glas-in-lood werken twee sneden die één scene afbeelden (fig. 4). Aan de linkerkant staat Maria Magdalena te bidden voor Jezus. Boven de vrouw staat tekst afbeeld in een rol. In de rol staat Dimitt. tibi pec. tua; de gehele tekst waar naar verwezen wordt is dimittat tibi omnia peccata tua, wat ‘Uw zonden worden u vergeven’ betekent. De zin maakt deel uit van wat de Misereatur genoemd wordt; dit is het antwoord dat de diaken of een andere assistent geeft nadat de priester zelf biecht aan het begin van de mis, wat de Confiteor wordt genoemd.[6]

Aan de zijkant van de ingang van de biechtstoel zijn aan de bovenkant twee scenes afgebeeld; de linker beeldt twee mannen af onder een neogotische spitsboog (fig. 5). Een van de mannen is gekleed als een priester, en richt zijn handen en ogen naar God; het lijkt alsof hij aan het bidden of smeken is. De andere man houdt zich bezig met de geit dat op het altaar vastgebonden ligt. Deze scene verwijst naar een de geboden die Moses toegewezen krijgt door God in Leviticus; God gebiedt dat “Als één persoon uit de bevolking van het land zonder opzet gezondigd heeft omdat hij iets gedaan heeft tegen een van de geboden van de HEERE, iets wat niet gedaan mag worden, zodat hij schuldig is geworden, of als zijn zonde die hij begaan heeft, hem later bekendgemaakt wordt, dan moet hij zijn offergave brengen: een geit, een vrouwtje zonder enig gebrek, voor zijn zonde, die hij begaan heeft. Dan moet hij zijn hand op de kop van het zondoffer leggen, en men moet dat zondoffer slachten op de plaats van het brandoffer.” (Leviticus 4: 27-39). Deze scene is een omen dat verwijst naar Jezus’ offer om te sterven voor onze zonden.

Figuur 3 Noordelijke biechtstoel
Figuur 4 Jezus en Maria Magdalena
Figuur 5 en 6, rechts Adam en Eva

De rechterscene speelt verder met het thema van de erfzonde: hier zijn Adam en Eva vol berouw te zien terwijl ze uit het Paradijs weggestuurd worden door een Engel (fig. 6). Ook hier is sprake van een neogotisch dak als versiering. Verder is er een tekst aanwezig op de snede; deze tekst Quonia(m) iniquitat(em) meam. Deze woorden zijn afkomstig uit de zin Quoniam iniquiatem meam (ego cognosco), wat ‘Ik ken mijn wandaden (ik ben mij ze steeds bewust)’ betekend. Deze tekst is afkomstig uit een beroemde psalmcompositie van de boetepsalm 51 van Koning David. Gregorio Allegri componeerde het stuk, Miserere, rond 1630 in opdracht van Paus Urbanus VIII.[7]

Op de onderste twee panelen zijn twee profeten afgebeeld (zie fig. 7); elk heeft een rol met tekst in de handen. De linker profeet draagt de tekst Quaerite iudicium bij zich en de rechter de tekst Ego do coram vobis viam vitae. Ze beteken respectievelijk ‘Zoek het oordeel’ en ‘Ik toon u de weg ten leven’. De eerste tekst is afkomstig uit Jesaja 1:17, waaruit geconcludeerd kan worden dat de afgebeelde profeet Jesaja voorstelt. De tweede tekst kan teruggevonden worden in Jeremia 21:8, waardoor de afgebeelde profeet logischerwijs Jeremia moet voorstellen.

Alle snijwerken kunnen gelinkt worden aan het thema ‘zonde’ of geven informatie over hoe de werking van het leven. De conclusie die uit het geheel van de snijwerken getrokken kan worden, is dat men zijn wandaden moet kennen, een offer moet brengen en dat men zijn of haar zonden vergeven worden. De profeten uit het Oude Testament kunnen gezien worden als advies gevend over wat men moet doen en bij wie men raad moet zoeken. In combinatie met het feit dat de snijwerken aanwezig zijn op een biechtstoel, kan men concluderen dat de snijwerken vertellen dat de biecht een goede manier is om de weg van het leven te volgen, en een offer te brengen, in de vorm van de biecht, waarna zonden vergeven kunnen worden.

Figuur 7 De profeten

Algemene Gegevens

  • Naam: Noordelijke biechtstoel
  • Plaats: Onze Lieve Vrouw Ten Hemelopneming, Zwolle
  • Materiaal: Eikenhout en glas-in-lood
  • Jaar van vervaardiging: 1875
  • Plaats van herkomst: Utrecht
  • Dimensies: h. ca. 300 cm, b. 208 cm

Voetnoten en Literatuurlijst

[1] A.J. Hendrikman, H.J. Bach en G.A.M. Keiholtz, De Onze Lieve Vrouwbasiliek in Zwolle (sinds 1399): geschiedenis in vogelvlucht, (Zwolle: Waanders, 2002), p. 25

[2] Museum Catharijne Convent, ‘Biechtstoel’, Kerkcollectie digitaal: Zwolle, Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming, geraadpleegd 12 oktober 2019. Beschikbaar via https://kerkcollectie.catharijneconvent.nl/mediabank/detail?q=biechtstoel&fq%5Bsearch_s_institution_acl%5D%5B%5D=10495%7CZwolle,%20Onze%20Lieve%20Vrouw%20ten%20Hemelopneming&page=1&asset=8a55533a-4679-ad11-661d-1abee6ac5147

[3] A.J. Looyenga, ‘Mengelberg, Friedrich Wilhelm (1837-1919)’, Biografisch Woordenboek van Nederland, geraadpleegd 12 oktober 2019. Beschikbaar via http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/mengelbergfw

[4] Henk Bach en Tom Waterreus, Verum, pulchrum et bonum: de neogotiek en het interieur van de Onze Lieve Vrouwebasiliek te Zwolle,(Zwolle: Parochie Thomas a Kempis, 2010), p. 22

[5] Museum Catharijne Convent, ‘Biechtstoel’, geraadpleegd 12 oktober 2019

[6] John Hennig, ‘The Liturgy of the Sacrament of Penance’, Life of the Spirit Vol. 6, No. 62 (1951), p. 88

[7] Noel O’Regan, ‘Gregorio Allegri: Biographie, Werkverzeichnis, Edition und Untersuchungen zu den geringstimmig-konzertierenden Motetten mit Basso’, Music and Letters Vol. 87, No. 3 (2006), p. 425