Doopvont

foto: Armand de Satoor De Rootas

Het sacrament van de Doop (door onderdompeling of begieting) betekent binnengaan in de Christelijke gemeenschap, die Kerk genoemd wordt. Het doopwater wordt gewijd in de heilige
Paasnacht en in de vont gegoten. Om het doopwater schoon te houden is de vont afgesloten met een deksel. Daarop zijn de vier Paradijsstromen gegraveerd: ‘Eufphraat — Phison — Gehon — Tigris’.

Ontwerp doopvont: Friedrich Wilhelm Mengelberg 1871; uitvoering ontwerp vont: Pisa en deksel: Gerard Brom, Utrecht ‘ 1872. Bij de ingang van de basiliek bevinden zich ook
wijwaterbakken. Met wijwater bekruist de kerkganger zich, ten teken, dat hij/zij zich van het stof van het alledaagse leven ontdoet om Christus toegewijd te zijn.